De Gezondheidsraad is voor haar nieuwe richtlijnen uitgegaan van een aantal veel voorkomende ziektebeelden in Nederland waaronder depressie. Omdat ik geïnteresseerd ben in de relatie tussen voeding en stress leek het mij nuttig eens te kijken wat er dan in het rapport geschreven is over de relatie tussen voeding en depressie. Daarnaast is het de week van de #werkstress. Minder #werkplezier kan leiden tot #depressie. De volgende conclusies worden door de Gezondheidsraad getrokken:
- De commissie concludeert dat het effect van EPA+DHA op depressieve symptomen bij mensen met depressie niet eenduidig is. EPA en DHA zijn omega-3 visvetzuren.
- De commissie concludeert dat er te weinig onderzoek is om een uitspraak te doen over het verband tussen visconsumptie en depressie.
- Er is te weinig onderzoek om een uitspraak te doen over het verband tussen de inname van verzadigde vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetzuren en het risico op depressie. Dit zelfde geldt voor meervoudig onverzadigde vetzuren.
- Conclusie: Er is te weinig onderzoek om een uitspraak te doen over het verband tussen de inname van alfa-linoleenzuur en het optreden van depressie. Alfa-linoleenzuur (ALA) is ook een omega-3 vetzuur. Het zit in plantaardige olie zoals lijnzaadolie, een beetje in vlees en in groene groenten.
- Met het oog op het kleine aantal onderzoeken, de korte duur en de gezonde deelnemers, concludeert de commissie dat er te weinig onderzoek is om een uitspraak te doen over het effect van het gebruik van MVM-supplementen (multivitaminen- en mineralenpillen) op het risico op subklinische depressie.
- De commissie concludeert dat er te weinig onderzoek is om een conclusie te trekken over het verband tussen alcoholgebruik en depressie.
- Conclusie: Er is te weinig onderzoek om een uitspraak te doen over het verband tussen het gebruik van koffie en het risico op depressie.
- Conclusie: Een hoge ten opzichte van lage score op indexen voor een aanbevolen voedingspatroon hangt samen met een lager risico op depressie. Bewijskracht: gering. Oftewel, het lijkt er op dat mensen die het Mediterraan dieet volgen of zich houden aan de Amerikaanse voedingsrichtlijnen minder kans lopen op depressie. Er zijn echter weinig onderzoeken gedaan, vandaar dat de bewijskracht gering is.
Concluderend: uitkomsten van onderzoeken zijn niet eenduidig. Soms komen er positieve effecten naar voren en soms niet. Er zijn te weinig onderzoeken gedaan, met een te kleine groep deelnemers, onderzoek was te kort of de deelnemers waren gezond in plaats van depressief. Kortom, de enige juiste conclusie is dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar voeding en depressie want er zijn wel degelijk verbanden aangetoond.
Wat kan je dan nog wel zeggen over de relatie tussen voeding en depressie behalve dat bepaalde voedingspatronen mogelijk een gunstig effect hebben? Laten we het omdraaien. We kijken niet naar de invloed van voedingsmiddelen op depressie maar de invloed van depressie op de voedingstoestand.
Mensen met een depressie zorgen over het algemeen niet zo goed voor zichzelf. Wat tot gevolg heeft dat de kans op tekorten in de voeding toenemen. Door minder, niet of slecht te eten en/of door alcoholgebruik. En niet te vergeten, als iemand continue binnen zit ten gevolge van een depressie maakt hij of zij ook geen vitamine D via de huid aan. Van (langdurig) tekort aan voedingsstoffen is wel bekend welke negatieve effecten dat kan hebben op de gezondheid.
Doorverwijzen naar een dietist zou ik willen zeggen. Zij of hij kan met praktische adviezen helpen om weer wat aandacht aan de voeding te gaan besteden. Of, als dat niet lukt, kan een dietist voor tijdelijk aanvullende drinkvoeding voorschrijven waardoor de cliënt weer tot een optimale voedingstoestand kan komen. En wellicht helpt dat dan ook om de depressie weer een beetje te beperken. Immers, er zijn in diverse onderzoeken relaties met voedingsstoffen aangetoond.
Gebruikte bronnen:
Gezondheidsraad, Achtergronddocumenten bij Richtlijnen goede voeding 2015
www.voedingscentrum.nl
